-
1 mouiller
mouiller [moejee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nat maken ⇒ bevochtigen, invochten♦voorbeelden:→ ancre2 betrokken raken (bij) ⇒ in opspraak komen, zich compromitterenv2) 'm knijpen3) geil worden4) nat maken, bevochtigen5) aanlengen -
2 dampen
v. vochtig maken, bevochtigen, nat maken; vochtig worden; temperen, verminderen, afzwakken, afraden, afstompen; geluidsdicht maken[ dæmpən]2 temperen ⇒ doen bekoelen, ontmoedigen -
3 moisten
-
4 сыреть
vgener. vochtig worden -
5 humidify
-
6 absolute humidity
volkomen vochtig (de maximale hoeveelheid vocht die in de lucht kan worden opgenomen) -
7 rhonchus
n. reutelgeruisen die bij auscultatie worden gehoord bij zwelling v.h. slijmvlies v.d. luchtpijp of door aanwezigheid van slijm of ander vocht i.d. luchtpijpvertakkingen (vochtig reutelgeruis)
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский